Eten

15 februari 2016 - Dhulikhel, Nepal

We zijn nu wel toe aan het bespreken van de primaire levensbehoeften, dacht ik. Hoe hebben we ons de afgelopen weken in leven gehouden? Zijn we het Nepalese eten al zat, of zijn we het juist al gewend? Het is het laatste! We houden gelukkig allebei van rijst, maar waren nog niet ingesteld op het verorberen van een hele berg daarvan; dat gaat nu beter. De eerste keer dat ik een tamelijk frêle medewerkster in de kantine van DHOS zag weglopen met een hoog opgetast bord rijst (baath) en dan ook nog groenten, curry en een schaaltje linzensoep (daal), dacht ik ‘wat een verspilling!’ Dat verdwijnt straks voor het grootste gedeelte natuurlijk in de kiepelton. Mooi niet dus, dat ging schoon op, stelde ik later vast. Inmiddels laat ik me ook nog een keer bedienen met een tweede portie rijst (en een schepje daal en nog groente) in het restaurantje om de hoek en bedenk intussen dat wij thuis gewend waren aan een aantal bruine boterhammen per dag en dat staat in Nepal niet op het menu.

Als kind lustte ik al geen gekookte andijvie (ik lustte sowieso vrijwel geen groente, maar van sommige moest ik echt kokhalzen, daartoe behoorde ook de gekookte andijvie, zeker als er nog zo’n laf bloempapje bijkwam: brrr), en dat blijkt niet veranderd! Thuis weet ik de gekookte andijvie te vermijden en ben wel een liefhebber van rauwe andijviestamppot. In Nepal krijg je dus vrijwel altijd bloemkool, bonen, erwten en aardappel in de curry: prima, maar dan ligt er zo’n kwakje gekookte, dus bitter smakende andijvie naast: jammer. In het begin heb ik dat uit beleefdheid nog wel opgegeten, maar ik ben nu de schaamte voorbij en ik begin er niet meer aan.

Nu ik toch aan het zeuren ben (heerlijk): het vlees. Eigenlijk kan je met alleen daal-baath prima uitkomen, zoals de boeddhisten hier laten zien, maar als er dan een schaaltje vlees bijkomt is dat meestal kip, soms schaap, geit of rund. Smaak is in het algemeen prima, maar je krijgt dat vlees altijd in kleine stukjes opgediend, waarbij niet netjes geëxarticuleerd (door het gewricht gesneden) is, of een kipfiletje leuk in blokjes, nee: met het grote hakmes dwars door botten, pezen en alles heen! Dan is het dus eigenlijk ook veel handiger om met je handen te eten, want dan voel je al direct tussen je vingertoppen of er een botje inzit, of het scherp is enz. Dat doen de Nepalezen dus van oudsher. Ik heb het in een Outreach eenmaal geprobeerd, maar mijn techniek was die van een Nepalese peuter. Daarbij komt dat het water hier tamelijk hard is, dus heb ik van die akelige kloven op de vingertoppen en dat kruidige eten bijt daar gemeen in. Ik vraag nu dus maar een lepel. Je ziet trouwens wel dat sommige Nepalezen het gênant vinden om in gezelschap van Westerlingen met de handen te eten, ook al kunnen ze het goed en doen ze het thuis wel.

De meeste Nepalezen eten dus nog wel met de handen. Dat betekent voor en na het eten de handen wassen! De rechterhand kneedt (meestal sierlijk, ritmisch) de daal door de rijst en vervolgens gebruik je de hand niet als een soort lepel, maar heb je een samenhangende klont eten tussen je duim en vingers geklemd en die breng je vlot in de mond, waarbij de lippen nauwelijks beroerd worden en het gezicht dus schoon blijft. Als je na afloop je handen wast, spoel je ook even de mond en spuugt dat water uit. Drinken doe je uit een fles of kan, zonder dat de fles de mond raakt, je giet het water dus zo naar binnen. Dankzij deze techniek kan je zonder enig hygiënisch bezwaar samen met anderen van dezelfde fles of kan gebruikmaken. Ik zou zo zeggen: probeer het thuis eens met aangepaste kleding aan!

Als we in een groepje een Outreach Center gaan bezoeken, maken we het Nepalese eetritme van dichtbij mee. Als wij ons om 8.00 uur bij de poort van DHOS melden voor vertrek, dan hebben wij al een paar kopjes thee op en een boterham, of een schaaltje yoghurt met muesli. Onze medereizigers hebben ook thee op, maar dan met veel melk, idem suiker en specerijen, zoals kruidnagel. Soms een koekje erbij of een muffin, dat is het. Onderweg gaan we dan om 11.00 uur ontbijten, bijvoorbeeld een bordje kapucijners met curry en een paar gekookte eieren, of zo’n O-vormig broodje erbij, dat een beetje smaakt naar oliebol. Ruim na de middag (beetje afhankelijk van de patiëntenstroom) is het dan tijd voor de lunch: daal-baath en in de loop van de avond het diner, bestaande uit daal-baath, soms voorafgegaan door snacks (als je in een hotel-restaurant-achtige omgeving bent). Als we in het weekend zelf iets kunnen kiezen, dan nemen we tussen de middag meestal iets van chowmein (soort bami), of fried rice (nasi) en dan koken we ’s avonds iets simpels.

We hebben pas onlangs bruinbrood ontdekt bij de bakker (bakt niet zelf, helaas) om de hoek en ongesuikerde yoghurt bij een winkeltje in het centrum van Dhulikhel. O, ja iets ongesuikerds bemachtigen dat is echt een kunst! Suiker en zout worden hier in grote hoeveelheden geconsumeerd en de kinderen raken al jong gewend aan snoep en koek; als de ouders er verstandig mee omgaan, dan worden de kinderen wel door de grootouders verwend met zoetigheid, zoals ik eerder vermeldde. Ik vind het ook nog altijd gênant om door kinderen aangesproken te worden: “Hello, where are you going?” En dan in één adem: “do you have chocolate?” we proberen altijd maar uitgebreid te reageren met ‘Namaste’ en het bijbehorende gebaar met de handen, de palmen tegen elkaar, voor de borst. Betere optie: 'tandenborstels uitdelen' weer verworpen. Dat leidt tot hetzelfde effect als mandarijntjes geven met Sint-Maarten, denk ik…

3 Reacties

  1. Jokesuringh:
    15 februari 2016
    dank je wel met plezier gelezen
  2. Inger Vermij:
    15 februari 2016
    Té grappig, dit bericht! Sowieso geniet ik van jullie berichten en het inkijkje in het Nepalese leven!
  3. Paul:
    15 februari 2016
    Hallo Dik en Annelies, na een pauze heb ik nu maar even de achterstand ingehaald. Wanneer ik de verhalen lees, schommel ik weer tussen de herinneringen aan de humor van onze schooltijd, via het geboeid zijn van wat jullie doen en beleven naar filmbeelden in mijn hoofd van een film die nog niet is gedraaid maar waar jullie dus wel al in zitten nu.... mooi!

    Nu ja....een beetje psychodelisch mag wel als je over de 60 bent.