Klompenpaden in Nepal

17 januari 2016 - Dhulikhel, Nepal

Een beetje vastigheid in den vreemde is fijn. Dit schrijft Annelies, je zou het niet direct zeggen.

In Nederland lopen we in het weekend een klompenpad, in Nepal doen we gewoon een zaterdagse wandeling. De associatie met het klompenpad ontstaat vooral door het lopen over grasland, langs akkertjes, we zien koeien en geiten en zelfs een keer een schaapherder met een stuk of 5 schapen, we wandelen door dorpjes, soms over privéterrein met hond, gelukkig aan de ketting, ook al zijn we ingeënt, ik hou ze toch liever op afstand. Maar verder lijkt het in niks op onze weekendwandeling. Het uitzicht op de vallei verveelt geen moment, het bloeiende koolzaad geeft er een zonnige kleur aan. We worden vrolijk van al die kinderen die een stukje met ons meewandelen en intussen hun engels oefenen. Ik bewonder de vrouwen,  zo sterk, ik zie ze enorm zware manden dragen via een band om hun hoofd, ze zijn druk met van alles en nog wat: het land bewerken, manden vlechten, kleding en kinderen wassen. Mannen zitten in groepjes bij elkaar, groeten ons en wijzen ons de weg.

De eerste keer is ons doel NamoBuddha, onderweg doen we de Kali-tempel aan en worden we ingewijd in de religieuze rituelen.  Ik sta een tijdje te kijken naar de 2 meisjes die voortdurend met veel overgave telkens dezelfde handeling verrichten: de bel wordt geluid, wierook gebrand, bloemblaadjes verzameld en bij het beeld gelegd, diepe buigingen. Ik vraag of ik een foto mag maken. Zeker mag dat. Ik verwacht niet dat we vervolgens geacht worden ook onze eer te bewijzen (aan wie eigenlijk?): allebei krijgen we een mandarijnpartje en bloemblaadjes in onze handen, een rode stip op ons voorhoofd en een blaadje op het hoofd. Eerbiedig leg ik de geschenken bij het beeld en bid mijn eigen gebed. Er is maar één God, toch…?

In NamoBuddha zien we heel veel kleine en grote kaalgeschoren rode monniken bij elkaar, vrolijke jochies rennen rond, een oudere jongen geeft uitleg aan een groepje toeristen. Onze timing is perfect: bij zonsondergang verzamelen de monniken zich in de open gebedsuimte,  van alle kanten komen ze aangerend (of kalmpjes binnengewandeld), vol vuur slaat een jongen de gong, steeds sneller op elkaar volgende slagen, tot iedereen binnen is. Dan begint het zingen, murmelen, hoorn blazen en de bel slaan, afwisselend in intensiteit en toonhoogte, een soort rustgevend ritme,  bijna hypnotiserend. Na een minuut of 10 ben ik verzadigd. De buitenkant van de tempel vind ik nogal protserig, schreeuwerig kleuren, maar binnen is het indrukwekkend.

De tweede keer lopen we naar Panauti. De heenweg verloopt voorspoedig, mooi toch die vallei, nu aan de andere kant van Dhulikhel. We lopen op richels tussen de akkerveldjes, de aardappelen worden in opgeworpen heuveltjes gepoot, keurige rijtjes. Het doet me denken aan de wandelingen in Vietnam, daar liepen we over de randen tussen de rijstvelden, en werden we begeleid door een hele groep vrouwen. Hier genieten we van de rust en het met z’n tweeën zijn. Panauti is mooi, een andere sfeer dan in Dhulikhel hangt er, er zijn overblijfselen van oude stadpoorten en waterplaatsen, klinkertjes in de smalle straatjes, veel volk op de been. We vullen we onze hongerige magen met lekkere Momo’s en beginnen aan de terugtocht, via een tempeltje hoog boven Panauti gelegen, waar we eigenlijk weer een rode stip op het voorhoofd hadden moeten aannemen, maar dit keer willen we zonder stip verder. Vanaf de tempel is duidelijk te zien hoe we terug kunnen, het gaat een hele tijd goed, via grote en kleinere paadjes, kompas erbij, richting noordoost. Maar dan op een gegeven moment zitten we gewoon midden in het ‘dense mixed forest’ zoals op ons kaartje staat. Helaas! Geen klompjes hier! Geen vriendelijke Nepalezen die ons de weg wijzen, we horen vogels, maar verder niks… Gelukkig klauteren (en struikelen) we er weer uit, en zien we weer zo’n ontzettend aardige Nepalese, die een stuk met ons meewandelt en mij er zo moe ui vindt zien dat ze mijn rugzak wil dragen, mij wil vasthouden. Maar zó erg is het nou ook weer niet!

Bezweet en stoffig komen we thuis, na 8 uur lopen, zin in een douche en een lekkere warme hap. Jammer dat toen net de stroom uitviel…

Foto’s

1 Reactie

  1. G. van Leeuwen:
    17 januari 2016
    Arme jullie na die wandeling en geen warm water! Jammer! Konden jullie je honger wel stillen? Want dat lijkt me nog erger. Enfin, vandaag maar weer uitrusten. Wel een interessant verhaal.