hoe warm en koud het was en hoe ver

18 april 2016 - Dhulikhel, Nepal

Wij waren geen bergwandelaars, dus een trekking in de regio Annapurna leek ons wel een waagstuk, mede gezien onze leeftijd. Het is misschien niet zo stoer om dat hier te vermelden, maar wij zijn van de klompenpaden: wandelingen van maximaal 18 kilometer, die veelal ongeasfalteerd rondom het niveau van de zeespiegel kunnen worden gevolgd middels prima bewegwijzering en ook nog begeleid door een app met gps. Soms wagen we ons aan een meerdaagse NS-wandeling, maar door de jaren heen waren wij altijd meer van het fietskamperen. Vanuit die ervaring stelden we ons in op een relatief bescheiden doel. Na lang wikken en wegen werd het dus niet het “Annapurna circuit”, waarbij je drie weken onderweg bent en over de Thorung La pas gaat (5416 meter), maar de wat bescheidener wandeling naar Annapurna Basecamp (ABC voor de ingewijden), die in 10 tot 12 dagen te doen is en eindigt op 4130 meter. We spraken af voor 12 dagen met de optie om te verlengen naar 14 dagen en hadden via Tim al contact met gids KB (kebbie), verbonden aan het reisbureau Jumbo Adventures. Via dit reisbureau hadden we ook al een uitstapje naar het nationale park van Chitwan geregeld en dat was goed bevallen. De trekking start in Pokhara, een stadje gelegen aan een meer, voorheen een schilderachtig plaatsje met bamboehuisjes en vissers, maar sinds midden vorige eeuw ineens opgestoten in de vaart der volkeren en nu voorzien van vele hotels, restaurants, bars, winkeltjes en tientallen niet/ slecht functionerende ATM’s = flappentaps (grr), behalve die van Nabil Bank dan. Zoveel westerse invloeden roepen bij ons gemengde gevoelens op: lekker om gewoon eens een cocktail te bestellen, of een echt smakelijke hamburger, maar al die herrie en voortdurend aangesproken te worden met het doel je allerlei souvenirs te verkopen: liever niet!

We leerden al snel dat er verschillende types wandelaars op pad zijn: de toeristen met gids en drager en degenen zonder die luxe en dus voorzien van eigen rugzak. In de eerste categorie kan je dan nog onderscheid maken tussen Chinezen, die zich in groepen van minstens tien verplaatsen, Japanners, die in tenten slapen en een grote groep dragers bij zich hebben inclusief mobiele keuken en tenten, omdat ze niet in een huns inziens gehorig en vies guesthouse willen slapen en dan de overige nationaliteiten. Leeftijden zijn zeer ruim verdeeld, met een uitschieter naar boven van een Joodse man van 80 en een gering aantal basisschoolkinderen als deel van een gezin. In het begin vroegen we onnozel hoeveel kilometer het nog was naar het volgende plaatsje, maar al snel begrepen we dat je afstanden in tijd rekent en dat de schattingen op de kaarten die je in elk plaatsje vindt, kunnen uiteenlopen van bijvoorbeeld 1 uur tot 2,5 uur over dezelfde afstand. Klimmen lijkt aanvankelijk het zwaarste onderdeel, met profuus zweten en een hartslag die al snel boven de 120/min komt, maar voortdurend steil dalen doet je beseffen dat je knieën daarmee zwaar belast worden en dat je de bergschoenen goed moet veteren om te voorkomen dat je voeten in je schoenen gaan schuiven, waardoor je blauwe tenen oploopt.

Door onze fietskampeerervaring hadden we ons ingesteld op een mogelijke omslag bij dag drie: de eerste dag gaat van een leien dakje (waar maakt iedereen zich zo druk om? Gewoon doortrappen), de tweede dag beginnen de eerste ongemakjes (zadelpijn of zere voeten/ knieën) en de derde dag vraag je je af wie dit bedacht had en of je er wel vrijwillig aan begonnen bent. Houd je dan vol, dan kom je in een goed ritme, inclusief vroeg naar bed (19 of 20 uur geen uitzondering) en na ontbijt om 7 uur om 7.30 uur op pad. Met gids KB en drager Sujan (a boy named Sue, grapte ik onbegrepen) was het nog wel even afstemmen, want zij zijn gewend aan een kopje thee met eventueel een koekje als “ontbijt”, terwijl wij iets van havermoutpap, of french toast en omelet tot ons namen. Gevolg: zij willen om 11 uur daal baath (rijst met linzensoep, groenten en pickels), terwijl wij liever om 12 uur zouden lunchen. Wij pasten ons in het algemeen aan, want met een duizelige drager kom je niet ver! Overigens had onze Sujan relatief een makkie, want wij vonden het gênant om al te veel kilo’s in Annelies' rugzak te proppen, terwijl we regelmatig ingehaald werden door kleine Nepaleesjes met een grote rugzak en daaraan vastgebonden minstens twee tassen, zodat ze dat ook nog met een draagband om hun hoofd in evenwicht moesten houden. Nu vonden wij dat we met een kleine daypack, waarin hoogstens vijf kilo, maar aangevuld met het gewicht van onze jaren toch wel meer te dragen hadden dan sommige twintigers die al hun spullen zelf droegen en zeker meer dan jongelui die helemaal niets zelf droegen en per persoon een drager als pakezel hadden belast! We stelden aan het einde van de eerste week vast dat we met zijn vieren een goed ingespeeld team geworden waren. Het enige discussiepunt was hoeveel rust we zouden moeten nemen omdat wij om 12 uur nog niet wilden stoppen, terwijl KB dan met allerlei schijnargumenten kwam om al af te nokken (in het volgende dorp is geen guesthouse, of Sujan is te vermoeid). Zo bereikten we twee dagen eerder dan gepland in het schema van 12 dagen ABC in de sneeuw/ hagel en bleven daar in die kou slapen, terwijl het begon te onweren en hagelen. In zo’n guesthouse op 4130 meter wordt gekookt op flessengas. Gebruik van hout (toch al niet meer in de directe omgeving te vinden) is in dat natuurgebied verboden, dus er is geen verwarming. Het warmst is het dan nog in de gemeenschappelijke ruimte, waar rondom de gidsen en dragers slapen en in het midden een grote tafel staat, waaraan iedereen eet. Als toerist heb je dan een eigen slaapkamer, met een wandje van acht millimeter spaanplaat gescheiden van je buren, betonnen vloer, ruwhouten bedden met dunne matras, een altijd te kort lakentje, een hard kussen en gelukkig ook één dekbed per persoon. Toilet op de gang en een slang buiten in de sneeuw om je tanden te poetsen. De meeste mensen bleken hun drager belast te hebben met een dikke slaapzak, maar wij dus niet: thermo ondergoed aan, daar overheen alle gewone kleding inclusief donsjasje en onder twee dekbedden maar dicht tegen elkaar kruipen! We hebben het ruimschoots overleefd en konden zelfs gaandeweg wat kleding uitdoen (wel weer bovenop het dekbed leggen natuurlijk). Ook een overeenkomst met fietskamperen: je gaat gaandeweg waarschijnlijk minder fris geuren, maar als je dan weer terug in de bewoonde wereld komt met een solar hot shower (vermits die het doet), dan trek je weer helemaal bij.

Na een prettige voettocht onder zeer wisselende omstandigheden beleefden we nog een merkwaardig einde. Voorbij de laatste controlepost van de tourist police kwam ons een jongeman van midden twintig tegemoet die opviel doordat hij met rugzak, blootsvoets en met gebarsten lippen, enigszins wazig voor zich uit kijkend, richting jungle ging. Annelies had hem al aangesproken, maar daarop had hij nauwelijks gereageerd. Even verderop ging hij langs de kant van de weg zitten. Toch maar weer geprobeerd contact te leggen. Hij wist niet dat hij een permit nodig had voor het vervolgen van het pad en hij was zijn schoenen gisteren kwijtgeraakt: even langs de kant van de weg neergezet (waarom?) en toen hij terugkwam waren ze weg… Wat hij erger vond en dat wilde hij ter plekke gaan oplossen: hij was ook zijn sweatshirt kwijtgeraakt, dus ging hij weer op pad. Intussen had KB een Jeep gevonden, die daar toevallig net een groepje wandelaars had afgezet en we besloten de jongen te vragen eerst een slokje water te drinken en dan met ons mee terug naar Pokhara te rijden en te proberen meer contact met hem te krijgen. Om kort te gaan: een jongen die al langer op zoek was naar zichzelf, een periode depressief was geweest nadat hij last had gehad van dwang in zijn puberteit en die nu belevingen had op de grens van psychose en realiteit, die hij probeerde op te lossen door deel te nemen aan meditatiecursussen. Hij wilde wel in hetzelfde hotel blijven als wij, ging op slippers lopen, verzorgde zich beter en we spraken een aantal keren over zijn problemen en het daaruit resulterende onvermogen om een plaats in de maatschappij in te nemen. Na twee dagen bleek hij onverwachts uitgecheckt. Wel benieuwd hoever hij in het leven gaat komen…

Foto’s

3 Reacties

  1. Wim:
    19 april 2016
    Gisteren bedacht ik dat het wel erg lang geleden was dat jullie iets hadden geschreven. Misschien maar eens bij de kinderen vragen, dacht ik. Ik keek even terug en het bleek maar twee weken! Hoe jullie stukjes onderdeel worden van mijn systeem! Ik snap overigens nu dus dat jullie een tocht aan het maken waren. Groet! Wim.
  2. Jokesuringh:
    19 april 2016
    toppers zijn jullie ,echt heel leuk verhaal dank daarvoor.
  3. Elly Hak-Hoogenhout:
    21 april 2016
    Een andere kant van jullie mogen lezen, ook dit weer opnieuw, heel boeiend .
    Leuk, leuk , leuk !!!